Op het gebied van de belastingwetgeving zijn partnerschappen tussen personen van hetzelfde geslacht tot nu toe slechter verlopen. De Federal Finance Court werkt hier nu tegen. koppels van hetzelfde geslacht in Duitsland kunnen al meer dan tien jaar trouwen. Maar in het belastingrecht zijn ze tot dusverre benadeeld. Nu heeft de federale financiële rechtbank de gelijkheid van deze burgerlijke partnerschappen met het huwelijk versterkt.
Volgens een recent gepubliceerde uitspraak van de hoogste Duitse belastingrechter heeft een vrouw ook recht op kinderbijslag voor de kinderen van haar geregistreerde partner die zijn toegelaten tot het gemeenschappelijk huishouden. Zo heeft de rechtbank de regel die van toepassing is op gehuwde paren op het zogenaamde homohuwelijk overgedragen, zo staat in de boodschap. (Zie VI R 76/12)
Aangezien het federale constitutionele hof in mei heeft geoordeeld dat geregistreerde burgerlijke partnerschappen niet mogen worden uitgesloten van splitsen van echtgenoten, heeft de wetgever dienovereenkomstig gehandeld. Nu moet de inkomstenbelastingwet ook worden toegepast op kinderbijslag, besloten de rechters van de BFH. Daarna worden de kinderen die in het huishouden wonen bij elkaar opgeteld.
Als beide echtgenoten of echtgenoten samen meer dan twee kinderen hebben, is deze regeling gunstiger dan wanneer elke echtgenoot of partner een verzoek om kinderbijslag voor hun kinderen indient. De kinderbijslag stijgt namelijk van het derde kind van 184 naar 190 euro en bedraagt het vierde en elk aanvullend kind 215 euro. De eiser was een vrouw die samenwoonde met haar twee kinderen, haar partner en twee kinderen.
