Bewakingscamera's vormen geen illegale schending van het algemene recht op privacy. Beveiliging van videobewaking in een woning is over het algemeen niet verboden. Of het is toegestaan, hangt sterk af van de omstandigheden.
In dat geval plantte de huisbaas videotoezicht in een woning. Hij rechtvaardigde dit met het feit dat het aan de buitenkant en in het binnengebied was gekomen om te beschadigen en in de fietsenkelder om te worden gestolen. Een huurder bezwaar tegen de installatie van camera's en vroeg de eigenaar om het te verwijderen, alle opnames te verwijderen en zich voortaan te onthouden van een video surveillance. Hij riep ook voor de pijn en het lijden van 1300 euro. De verhuurder verwijderde de camera's om een camera in de fietsenstalling waar alleen huurders kregen toegang, die in videobewaking overeengekomen gegeven.
De huurder een klacht ingediend bij de camera in de fietsenkelder, werd het beroep verworpen. Dat de rechtbank besloten Koepenick (Az. 2 C7 / 13), het Journal gemeld, "de onroerend goed" (nummer 21/2013). De huurder heeft geen aanspraak op het verwijderen van de camera, aangezien hij geen aanspraak kan maken op het gebruik van fietsenstalling. Een claim voor gerechtelijke schorsing bestaat niet, aldus de rechtbank, omdat verdere stoornissen niet kunnen worden opgespoord. De installatie van CCTV-camera's was geen onwettige schending van het algemene recht op privacy, aldus de rechtbank.
